Werknemers informeren
Pensioenadministratie
Pensioen bij PWRI
Handige tools
Uw werknemer kan kiezen voor eerst een hoger of lager pensioen. Dat kan verschillende gevolgen hebben. Uw werknemer geeft de keuze altijd zelf door.
Uw werknemer kan het ouderdomspensioen eerst verhogen of verlagen. Dit zijn de mogelijkheden.
Uw werknemer ervoor kiezen om vanaf de AOW-leeftijd eerst een hoger pensioen te krijgen, en daarna een lager pensioen. Of andersom.
Het tijdelijk hogere of lagere ouderdomspensioen heeft geen gevolgen voor het partnerpensioen. Het wezenpensioen verandert ook niet.
Als uw werknemer eerst kiest voor een hoger pensioen, wordt het belastingtarief misschien ook hoger. En als uw werknemer eerst kiest voor een lager pensioen, wordt het belastingtarief misschien juist lager.
Het is goed om uw werknemer hierover te informeren.
Bij een lager bedrag per maand krijgt uw werknemer misschien recht op toeslagen, zoals de huurtoeslag of zorgtoeslag. Of de toeslagen worden hoger. Dit kan uw werknemer controleren op de website van de Belastingdienst.
Bij een hoger bedrag per maand heeft uw werknemer misschien geen recht meer op toeslagen, of de toeslagen worden lager. De Belastingdienst kan dan geld terugvragen.
Het is goed om uw werknemer hierover te informeren.
Uw werknemer vraagt het tijdelijk hogere of lagere pensioen zelf aan via de persoonlijke omgeving. Op de pagina Pensioen aanvragen staat hoe u uw werknemer hierbij kunt helpen.
U hoeft zelf nu niets door te geven. Pas als uw werknemer met pensioen gaat, geeft u de einddatum van het dienstverband aan ons door. Dat doet u via uw salarispakket of via het Selfservice Werkgevers Portaal (SWP).
Informatie voor uw werknemers vindt u op de pagina Tijdelijk een hoger of lager pensioen.