Het ouderdomspensioen dat uw werknemer opbouwde tot 1 januari 2025, is volledig over naar de nieuwe pensioenregeling. Voor partnerpensioen, wezenpensioen en tijdelijk ouderdomspensioen (TOP) gelden aanvullende regels.
Dit zijn de aanvullende regels voor het partnerpensioen dat uw werknemer opbouwde tot 1 januari 2025:
Het partnerpensioen dat uw werknemer opbouwde tot 1 januari 2025, is omgezet in een pensioenvermogen voor partnerpensioen voor de (ex-)partner. Dit pensioenvermogen beweegt mee met de economie. Daarom kan de hoogte van het partnerpensioen elk jaar wijzigen.
Overlijdt de (ex-)partner eerder dan uw werknemer? Dan is dit pensioenvermogen voor partnerpensioen bestemd voor een eventuele nieuwe partner. Voorwaarde is wel dat het ouderdomspensioen van uw werknemer nog niet is ingegaan.
Als uw werknemer met pensioen gaat, regelt uw werknemer het partnerpensioen voor overlijden na pensionering.
Bouwde uw werknemer partnerpensioen op tot 1 januari 2025? En gaan uw werknemer en partner daarna uit elkaar, en kiezen zij op dat moment voor conversie (splitsen)? Dan zetten wij het tot 1 januari 2025 opgebouwde partnerpensioen om naar een pensioenvermogen voor partnerpensioen voor de ex-partner.
Meer informatie over het partnerpensioen in de nieuwe regeling, vindt u op de pagina Uw werknemer overlijdt.
Dit zijn de aanvullende regels voor het wezenpensioen dat uw werknemer opbouwde voor 1 januari 2025:
Bouwde uw werknemer voor 1 januari 2025 pensioen bij ons op en overlijdt uw werknemer na 1 januari 2025? Dan krijgen de kinderen niet alleen wezenpensioen volgens de nieuwe pensioenregeling. Maar ook het tot 1 januari 2025 opgebouwde wezenpensioen.
Het wezenpensioen beweegt mee met de economie. Daarom kan de hoogte van het wezenpensioen elk jaar wijzigen.
Het wezenpensioen stopt in de volgende situaties:
Het wezenpensioen stopt op de dag waarop het kind 25 jaar wordt. Studeert het kind, of kan het kind door ziekte niet werken? Dan stopt het wezenpensioen als het kind 27 jaar wordt.
Overlijdt het kind? Dan stopt het wezenpensioen op de laatste dag van de maand waarin het kind overlijdt.
Kinderen die al wezenpensioen kregen, blijven dit ook na 1 januari 2025 ontvangen. Het wezenpensioen stopt in de volgende situaties:
Is het kind op 1 januari 2025 25 jaar of ouder? Dan stopt het wezenpensioen op de laatste dag van de maand waarin het kind 27 jaar wordt.
Is het kind op 1 januari 2025 jonger dan 25 jaar? Dan stopt het wezenpensioen op de dag waarop het kind 25 jaar wordt.
Behalve als het kind dan nog studeert of door ziekte niet kan werken. Dan stopt het wezenpensioen op de laatste dag van de maand waarin het kind 27 jaar wordt.
Overlijdt het kind? Dan stopt het wezenpensioen op de laatste dag van de maand waarin het kind overlijdt.
Meer informatie over het wezenpensioen in de nieuwe regeling, vindt u op de pagina Uw werknemer overlijdt.
Tussen 2001 en 2006 konden werknemers TOP opbouwen. Dit tijdelijk ouderdomspensioen is bedoeld om eerder met pensioen te kunnen gaan.
Dit ouderdomspensioen loopt door tot uw werknemer 65 jaar is.
Dan hebben wij het TOP opgeteld bij het pensioenvermogen van uw werknemer. Het is daarom niet los zichtbaar in de persoonlijke omgeving.
Was uw werknemer voor 1 januari 2025 al arbeidsongeschikt? Dan is deze informatie van belang.
Had uw werknemer tot 1 januari 2025 voor een deel van de pensioenopbouw een premievrijstelling door arbeidsongeschiktheid (PVAO)? Dit blijft zo.
Ontving uw werknemer voor 1 januari 2025 een arbeidsongeschiktheidspensioen (AOP)? Dit blijft zo. De uitkering gaat wel meebewegen met de economie.
Meer informatie over arbeidsongeschiktheid en het pensioen in de nieuwe regeling, vindt u via de pagina Uw werknemer wordt arbeidsongeschikt.